Toegangsweg
Om het bloed te kunnen zuiveren is een goede toegangsweg tot de bloedbaan nodig. In de meeste gevallen kan met een kleine ingreep een arterioveneuse (AV) fistel aangelegd worden. Wanneer dit niet mogelijk is, zal een permanente katheter geplaatst worden.
Soms moet er dringend gestart worden met dialyse en is er nog geen definitieve toegangsweg voorhanden of soms is de AV fistel of de permanente katheter plots onbruikbaar. In beide gevallen zal een tijdelijke katheter geplaatst worden.
Arterioveneuse (AV) fistel
De vaatchirurg bepaalt aan welke arm een AV fistel kan worden aangelegd. De keuze gebeurt op basis van de toestand van de bloedvaten in uw arm en afhankelijk of u rechts- of linkshandig bent. Bij voorkeur wordt de fistel aangelegd aan de pols, of indien dit niet mogelijk is, de onderarm of elleboog van de niet-dominante arm. Wanneer dit vooraf beslist wordt, dient u er mee op toe te zien dat deze arm "gespaard" wordt. Dit betekent dat bloedafnames en infusen aan deze kant vermeden worden. De fistel wordt gemaakt door een verbinding aan te leggen tussen een slagader en een ader, zodat de ader opzwelt. De ingreep gebeurt onder een lichte algemene verdoving of zo mogelijk onder een plaatselijke verdoving. U wordt hiervoor gedurende twee à drie dagen opgenomen.
Na de ingreep moet de fistel zich ontwikkelen, vooraleer hij aanprikbaar wordt. Dit duurt gewoonlijk tussen de één en de drie maand. U kunt deze ontwikkeling zelf bevorderen door te oefenen met uw hand na genezing van het litteken (bv. regelmatig knijpen in een gummibal).
Tijdens dialyse worden twee naalden in de fistel geplaatst. De ene naald dient om bloed uit het lichaam aan te zuigen en dit naar de kunstnier te sturen, de tweede naald dient om het gezuiverde bloed terug naar het lichaam te brengen.
Aandachtspunten
- Draag geen spannende kledij, uurwerk, juwelen of verbanden aan de fistelarm.
- Laat NOOIT een bloeddrukmeting, een bloedafname of een plaatsing van een infuus gebeuren aan de fistelarm.
- Bescherm de fistelarm bij vuil werk.
- Draag tijdens dialyse bij voorkeur kledij waarvan de mouwen kort zijn of gemakkelijk kunnen worden opgerold.
Getunnelde katheter
Wanneer de aanleg van een AV fistel niet mogelijk is of wanneer een AV-fistel reeds aangelegd is maar nog niet klaar voor gebruik, wordt gekozen voor een getunnelde katheter als toegangsweg. Een katheter is een holle buis die in een grote ader van de hals of borstkas geplaatst wordt en via een onderhuidse tunnel naar buiten het lichaam gebracht wordt.
De ingreep gebeurt onder een lichte algemene verdoving. U wordt hiervoor gedurende twee dagen opgenomen. Na de plaatsing kan de katheter onmiddellijk in gebruik worden genomen. Tijdens dialyse worden de bloedlijnen aan de katheter gekoppeld en na dialyse wordt de katheter weer afgesloten. Hij wordt opgevuld met een middel om klontervorming te voorkomen en in een verband gewikkeld.
Een katheter is een rechtstreekse verbinding met de bloedbaan. Dit betekent dat dit een zeer kwetsbare plaats is langs waar infectie in het lichaam kan komen. Het is dus van het grootste belang om de katheter proper te houden.
De katheter kan geheel of gedeeltelijk verstoppen. Soms is het nodig om een middel om klonters op te lossen (urokinase) gedurende dialyse te laten inlopen of na dialyse een zekere tijd in de katheter te laten, om hem zo te ontstoppen.
Indien de mogelijkheid van een AV-fistel bestaat, verdient dit steeds de voorkeur boven een katheter als toegangsweg voor hemodialyse.
Aandachtspunten
- Met een katheter kan u niet in bad. Met een waterbestendig verband (bv. Tegaderm) kan u wel een douche nemen.
U kan dit verband vragen aan de verpleegkundigen.
- Bescherm uw katheter bij vuil werk.
- Draag tijdens dialyse bij voorkeur kledij waarbij de katheter gemakkelijk te bereiken is.
- Bij het aansluiten van de katheter draagt de verpleegkundige een masker en handschoenen. U dient ook een masker te dragen.
- Indien de insteekplaats van de katheter rood of pijnlijk is, indien er etterig vocht uitkomt of indien u koorts heeft dient u steeds de verpleegkundige te verwittigen.
Tijdelijke katheter
Wanneer dialyse dringend moet gestart worden of wanneer uw fistel of getunnelde katheter plots niet meer bruikbaar (verstopt of besmet) is, zal de nefroloog een tijdelijke katheter plaatsen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Er wordt een groot bloedvat in de hals aangeprikt en een katheter wordt opgeschoven. Omdat er geen onderhuidse tunnel gemaakt wordt, is er een nauwe verbinding tussen de bloedbaan en de buitenwereld. Dit betekent dat er een gevaar is dat bacteriën van de huid of handen in de bloedbaan terechtkomen.
Het is dus van het grootste belang om de katheter proper te houden.
Procedure
Bij aankomst in het ziekenhuis vragen we u om te wachten in de wachtzaal. Indien u dit wenst, krijgt u een kastje met sleutel ter beschikking waar u uw kledij en persoonlijk materiaal kan achterlaten. Wanneer de verpleegkundigen klaar zijn met de voorbereiding van de toestellen, komen ze u halen uit de wachtzaal. De volgorde van aansluiten wordt bepaald door de mogelijkheden en noodwendigheden van de dag. Patiënten met de langste dialyseduur worden eerst aangesloten. Het is niet nodig om u te haasten naar de dialysezaal, met de volgorde van aankomst wordt geen rekening gehouden!
Voor de start van dialyse wordt u gewogen. Wanneer uw urineproductie sterk verminderd of volledig weggevallen is, stapelt het overtollig vocht zich op in het lichaam tussen twee dialysebeurten. U zal in dat geval een gewicht hebben dat hoger is dan uw streefgewicht. Het verschil tussen uw gewicht vóór de start van dialyse en uw streefgewicht bepaalt hoeveel vocht er moet onttrokken worden tijdens de dialyse. U hebt er alle belang bij om de gewichtstoename tussen twee dialyses zo klein mogelijk te houden, door uw vochtinname te beperken. Wanneer er veel vocht moet worden onttrokken, kan dit gepaard gaan met een gevoel van ziek zijn, braakneigingen, krampen en bloeddrukdalingen.
Uw streefgewicht wordt bepaald door de nefroloog. Het is een schatting van hoeveel u zou wegen indien uw nieren normaal zouden werken. Soms is hiervoor een radiografie van hart en longen nodig. Wanneer u verzwaart door toename van de spier- en/of vetmassa, dan moet uw streefgewicht aangepast worden naar boven toe, gewoonlijk met 0.5 kg per keer. Een te laag streefgewicht kan de oorzaak zijn van krampen of bloeddrukdalingen tijdens dialyse. Meldt dit aan de nefroloog tijdens de doktersronde.
Wanneer u daarentegen vermagert door afname van de spier- en/of vetmassa, moet uw streefgewicht naar beneden aangepast worden, ook gewoonlijk met 0.5 kg per keer. Een te hoog streefgewicht kan de oorzaak zijn van een te hoge bloeddruk, kortademigheid en water op de longen. Zelfs als er weinig of geen vocht moet onttrokken worden, is dialyse toch nodig om de afvalstoffen te verwijderen en de samenstelling van het bloed te regelen.
Het aanprikken van de toegangsweg door de verpleegkundige is een belangrijk moment. Laat hen dit in alle rust uitvoeren. In de meerderheid van de gevallen stelt het aanprikken geen probleem. Verwittig echter de verpleegkundige wanneer u abnormale pijn, zwelling of trilling van de fistel voelt. Wanneer het aanprikken van de fistel telkens pijnlijk is, kan in zeldzame gevallen vooraf een pijnstillende oplosssing (xylocaine) op de huid aangebracht worden. Wanneer het aanprikken telkens met moeilijkheden gepaard gaat, zal de nefroloog verwittigd worden en kan het nodig zijn dat er foto's van de fistel gemaakt worden.
Tijdens de dialyse wordt uw bloeddruk regelmatig gecontroleerd. Het kan gebeuren dat uw bloeddruk tijdens dialyse daalt. Meestal zal u zich dan plots minder goed voelen, met duizeligheid, zweten, misselijkheid en braken. De verpleegkundigen zullen u in dit geval onmiddellijk plat leggen, eventueel zelfs met de benen hoger dan het bovenlichaam. Soms is het nodig om vloeistoffen toe te dienen om de bloeddruk snel terug te doen stijgen.
De nefroloog komt tijdens iedere dialyse in het ziekenhuis langs. Bij mensen die behandeld worden in de low-care dialyse op campus SFX of in de nachtelijke dialyse komt de nefroloog éénmaal per week. Tijdens deze toer informeert hij naar uw gezondheidstoestand, bespreekt met u de bloedresultaten en resultaten van de uitgevoerde onderzoeken. U kan op dat moment, zo gewenst, ook medicatievoorschriften vragen. Aarzel niet om uw problemen en vragen met de nefroloog te bespreken. Wanneer u een gesprek wil over delicate problemen die u niet in de zaal wenst te bespreken, kan u een onderhoud vragen met de nefroloog op de consultatie. De nefroloog die langskomt op de dialyse is niet noodzakelijk de nefroloog die u poliklinisch opvolgde. Welke nefroloog op welke dag langskomt wordt bepaald door de interne werkverdeling onder de artsen. Dit geldt eveneens wanneer u gehospitaliseerd wordt.
Afdeling
De meerderheid van de patiënten komt driemaal per week naar de hemodialyseafdeling. Er zijn vijf dialysegroepen:
- maandag, woensdag, vrijdag voormiddag, start 07.15 u.
- maandag, woensdag, vrijdag namiddag, start 12.45 u.
- dinsdag, donderdag, zaterdag voormiddag, start 07.15 u.
- dinsdag, donderdag, zaterdag namiddag, start 12.45 u
- maandag, woensdag, vrijdag nacht, start 21.30 u
Sommige patiënten komen viermaal per week, uitzonderlijk dient een patiënt maar twee keer per week te komen. De meerderheid van de patiënten dialyseert gedurende 4 uur. Een zeldzame keer is 3 uur of 3.5 uur voldoende, in sommige gevallen dient de dialyse verlengd te worden tot 4.5 uur of 5 uur. De nachtdialyse duurt 8 uur. De dialysefrequentie en dialyseduur wordt door de nefroloog bepaald op basis van uw bloedresultaten, uw gewichtstoenames tussen 2 dialysesessies en uw resterende nierwerking.
Tijdens de voormiddagdialyse wordt een ontbijt geserveerd. Indien gewenst kan u na de voormiddagdialyse of vóór de namiddagdialyse een warm middagmaal gebruiken in de eetzaal van de dialyse of in het restaurant van het ziekenhuis. Tijdens de namiddagdialyse wordt koffie met boterhammen geserveerd. Bij de nachtdialyse krijgt u 's avonds nog een snack en kan u 's ochtends desgewenst een ontbijt gebruiken.
U wordt gedialyseerd in een zaal met meerdere patiënten (gewoonlijk 4 tot 8 mensen). Uit respect voor de privacy van uw medepatiënten wordt geen bezoek toegestaan in de dialysezalen.
Een dialysebehandeling mag u nooit overslaan. Indien u zich ziek voelt moet u steeds naar het dialysecentrum komen. Het dialyseschema kan in uitzonderlijke omstandigheden (familiefeest, begrafenis) worden aangepast. Aarzel niet om dit tijdig met de hoofdverpleegkundige te bespreken. Ook is het mogelijk dat een dialysebehandeling verplaatst wordt omwille van een medisch onderzoek of ingreep.
Op de dialyseafdeling wordt er gewerkt van maandag tot zaterdag. Op zondag zijn er geen geplande dialyses, enkel dringende dialyses. Wanneer een feestdag in de week valt dan wordt er gewoon gedialyseerd. Uitzonderlijk kan een dialysedag verplaatst worden (bv. nieuwjaar).
De hemodialyseafdeling bestaat uit 4 locaties:
- Campus Sint-Jan, Ruddershove 10, Brugge
- Campus SFX, Spaanse loskaai 1, Brugge
- "Dialmar", AZ Damiaan Campus H.Hart, Oostende (samenwerking tussen AZ Sint-Jan, AZ Sint-Lucas en AZ Damiaan)
- Sint-Rembert Ziekenhuis, Torhout (samenwerking tussen AZ Sint-Jan, AZ H. Hart Roeselare en Sint-Rembert Ziekenhuis)
De laatste drie locaties evenals de nachtdialyse in AZ Sint-Jan zijn zogenaamde collectieve autodialyse of "low-care" dialyses. Hier dialyseren patiënten die minder medische problemen hebben. De nefroloog doet in principe slechts éénmaal per week zaalronde, terwijl dit in AZ Sint-Jan systematisch bij elke dialyse gebeurt.
Waar en wanneer u gedialyseerd wordt, wordt in overleg met u door de geneesheer en hoofdverpleegkundige bepaald, en is ondermeer afhankelijk van uw gezondheidstoestand, van uw persoonlijk situatie en uw beroepssituatie.
U kan op vakantie gaan, zowel in binnen- als buitenland, en tijdens uw verblijf in een ander dialysecentrum worden gedialyseerd. Neem hiervoor ruim op voorhand (ongeveer 4-6 maand) contact op met de verpleegkundigen en de sociale dienst. Om u elders in alle veiligheid te kunnen behandelen, worden uw medische voorgeschiedenis, dialysebehandeling en medicatieschema doorgegeven naar het betreffende dialysecentrum.